Probleemanalyse

Zelfdoding is een vrijwillige en bewuste zelfdestructieve handeling die de eigen dood tot gevolg heeft en die tot doel heeft via de dood de door de persoon gewenste veranderingen te bekomen. Poging tot zelfdoding is een vrijwillige en bewuste zelfdestructieve behandeling die niet eindigt in de eigen dood en die tot doel heeft de gewenste veranderingen te bewerkstelligen.

Behalve bij kinderen is het verschijnsel zowat van alle leeftijden, van alle standen en woonplaatsen alleen is het wel zo dat mannen dubbel zoveel zelfmoord plegen als vrouwen. Andere categorieën, zoals onderwijsniveau, scholingsgraad van de ouders enz. geven weinig verbanden, laat staan verklaringen. Als er naar de absolute cijfers gekeken wordt, ziet men dat het verschijnsel begint in de puberteit, stijgt tot de leeftijd van veertig jaar en daarna stilaan daalt, maar blijft bestaan tot boven de leeftijd van 85 jaar.

Voor de omgeving van de suïcidale persoon is zelfdoding het probleem, terwijl het voor de persoon in kwestie een oplossing lijkt. Suïcidaal gedrag is oplossingsgericht gedrag. De suïcidale persoon ziet zelfdoding als de uiteindelijke oplossing voor een voor hem/haar onhoudbare situatie. In wanhoop neemt hij/zij een toevlucht tot zelfdoding. Uit onderzoek blijkt dat suicidepogers niet zomaar dood willen. Ze willen niet langer op ‘deze manier verder leven’, en zien hiervoor geen andere uitweg meer dan de dood. Dat wil zeggen dat er is van een ambivalentie in de doodwens: niet willen sterven, maar toch ook niet willen verder leven.

 

Lichamelijke aspecten van het probleem

  • eetlust en gewichtsveranderingen
  • vermoeidheid
  • slapeloosheid/slaapstoornissen
  • tekort energie
  • mogelijke seksuele problemen

 

Cognitieve aspecten van het probleem denkstoornissen en geheugenstoornissen:

  • selectieve abstractie (op basis van één element een conclusie trekken)
  • arbitraire gevolgtrekking (conclusies trekken op basis van irrelevante zaken)
  • overgeneraliseren (algemene conclusies trekken op basis van één gebeurtenis)
  • catastrofaal denken (het allerslechtste denken)
  • blokkeren van geheugen (negatieve herinneringen hebben de bovenhand op positieve herinneringen).
  • concentratieverlies
  • interesseverlies

 

Emotionele aspecten van het probleem

  • gevoelens van verdriet
  • gevoelens van hopeloosheid
  • gevoel van te kort schieten
  • anhedonie (het niet kunnen genieten)
  • prikkelbaarheid
  • verhoogde emotionaliteit

 

Sociale aspecten van het probleem

  • angst om alleen te zijn
  • terug trekken, passief gedrag
  • sociale problemen
  • gedragsproblemen
  • sociaal isoloment
  • geringe probleemoplossing
  • overgevoelig
  • destructief gedrag
  • verslaving
  • ontkenning
  • egocentrisch (denkt niet aan de nabestaande)

 

Signalen van suïcidaal gedrag bij een baby’s, peuters en kleuters

Een kind onder de twaalf jaar zal zelden een suïcidepoging doen. Wel zijn depressieve kinderen van die leeftijd treurig en lusteloos. Vanaf een jaar of vijf vaak in combinatie met gedachten van schuld en slechtheid en vage lichamelijke klachten. Speltherapeuten kunnen een depressie herkennen aan het spelgedrag. Als je die kinderen vraagt om een verhaaltje te spelen, b.v. ziekenhuisje, sturen ze aan op een negatieve afloop. Terwijl gezonde kinderen dat niet snel zouden doen. Ook kun je het herkennen aan de uitspraken die de kinderen doen, zoals ‘ik wil dood’ of daar veel over praten.

 

Signalen van suïcidaal gedrag bij het schoolkind

  • in het spel dat ze spelen, in tekeningen die ze maken, in de boeken die ze lezen, in de muziek die ze beluisteren, in schriftelijk werk (b.v. een opstel) veel met de dood en zelfmoord bezig zijn
  • slechter presteren op school
  • spijbelen/weglopen
  • zich slecht kunnen concentreren, huiswerk niet goed maken, zitten slapen of suffen
  • zich agressiever en vervelender gedragen tegenover medeleerlingen

 

 

Signalen van suïcidaal gedrag bij pubers/adolescenten

  • het zich uit contacten terugtrekken, moeilijkheden met belangrijke personen
  • dingen die hij/zij graag doet, niet meer leuk vinden
  • stiller worden en onwillig zijn om ergens over te praten
  • het weggeven van persoonlijke spullen waar hij/zij gehecht aan is
  • de neiging zich op een bepaald moment heel agressief, vijandig en onredelijk te gedragen of zelfs met anderen op de vuist te gaan
  • verward, onlogisch of onredelijk praten
  • het lichaam en de kleding verwaarlozen
  • veranderingen in het uiterlijk
  • gebrek aan of overdreven eetlust
  • alcohol- en drugsgebruik
  • vaak betrokken bij ongelukjes en de neiging onverantwoorde risico’s te nemen (subtiele tekenen van zelfbeschadigend gedrag)
  • verslechtering (school)prestaties

 

Of gedragingen met een tegenovergestelde emotie:

  • supervrolijk en opgewekt
  • loslaten/opluchting
  • manisch gedrag
  • veel contact met vrienden zoeken
  • aanhankelijk/knuffelen
  • Er moet altijd een gedragverandering zijn.

 

Gevolgen voor de cliënt /het cliëntsysteem

Rouw na zelfdoding wordt veelal beschouwd als gelijkwaardig aan rouw na andere doodsoorzaken, zijn de emotionele reacties na overlijden door suïcidale veelal wel sterker. De reacties van de omgeving zijn vaak ook meer afwijzend en ontwijkend. De nabestaanden van zeldoding schamen zich vaak om hun verdriet te delen, wat het rouwproces niet bevordert. Eén tot twee nabestaanden van elke vijf blijven kampen met psychische moeilijkheden. Hiervoor zijn dan ook praat of hulpgroepen voor opgericht.

 

Maatschappelijk functioneren

Jongeren die een suïcidepoging hebben gedaan en dus overleeft, krijgen later meer psychische (en andere) problemen. Dit komt ook omdat zij tijden de poging snel naar de eerste hulp worden gebracht maar (vaak) geen nazorg krijgen.

Ook blijft het moeilijk om erover te praten zowel voor jongeren als volwassen. Het aangaan van nieuwe contacten is hierdoor moeilijk waardoor ze toch (misschien buiten de eigen familie) in een sociaal isolement blijven, wat niet bevorderlijk is voor het welzijn van deze mensen en een nieuwe poging weer op de loer kan liggen.

 

Theorie

Draagkracht – Draaglast

50% 50% = gevaar

40% 60% = vaak de druppel

De draagkracht (sociaal netwerk) moet groter zijn dan de draaglast (de dingen die als niet prettig ervaart).

 

De theorie van de Wit:

Oorzaken: eenzaamheid, eisen die aan mensen gesteld worden, ziekte en depressie, trauma, depressieve ouders, depressieve cognitie stijl.

 

Theorie van Hulzenbos en Bakker: (boek: loden last):

Er is te veel taboe rond suïcide en suïcidaal gedrag is de verantwoording van de maatschappij. Daarom moeten deze mensen ontoerekeningsvatbaar verklaart worden met de diagnose depressief. Zo kunnen zij gedwongen hulp krijgen en volledig genezen.

 

 

Begeleidingsaspecten

  • Vermijd een definitieve beslissing over suïcide en tracht tijd te winnen. Het is van belang de suïcidale persoon uit te leggen dat het mogelijk tijdelijk is dat hij/zij suïcide als uitweg ziet. Tracht de persoon te overtuigen geen beslissing te nemen tot in een meer bedaarde toestand en andere alternatieven zijn bekeken.
  • Verwijder dodelijke middelen. Middelen zoals pillen, wapens e.d. dienen uit de omgeving verwijderd te worden, eventueel in samenspraak met anderen (familie of vrienden).
  • Zorg dat eventuele sociale isolatie wordt doorbroken. Suïcidale personen blijken vaak in een toestand van sociaal isolement te verkeren. Ze leven alleen en hebben weinig bevredigende relaties. Hoe groter de mate van sociaal isolement, hoe meer aandacht de hulpverlener aan de situatie van zijn patiënt moet geven. Vraag de suïcidale persoon of hij de nacht ergens bij familie of bekenden kan doorbrengen. Informeer de persoon dat in zijn/haar toestand alleen blijven, gevaarlijk kan zijn. Hij/zij zou in een paniektoestand iets ondoordachts kunnen doen. Ook eventuele opname kan het isolement doorbreken.
  • Angst en slapeloosheid opheffen. Angst, slapeloosheid en impulsiviteit kunnen de suïcidale neiging vergroten.

 

Begeleiding volgens de Wit:

  • Ik respecteer je keus, maar ik wil je helpen
  • luisteren
  • eigen emoties benoemen
  • lichtpuntjes
  • als de vraag komt de “en jij dan” ?, niet op reageren in de beginfase in de we vorm praten
  • niet beloven om het geheim te houden
  • onder de 18 meleden aan de ouders
  • voorlichting op scholen en praatgroepen voor kinderen

 

Verkregen inzichten:

Drie op de vier zeldodingen gebeuren door mannen. De gemiddelde leeftijd waarop een man suïcide pleegt is 46 jaar, voor een vrouw is dit 50 jaar. Bij jongeren tussen de 15 en 24 jaar is zelfdoding (20%), na verkeersongevallen (50%), de tweede doodoorzaak. Bij 27% van de sterfgevallen bij mannen tussen de 25 en 44 jaar is de oorzaak zelfdoding. Hierdoor is suïcide in deze klasse de eerste doodsoorzaak. Vrouwen in deze leeftijdscatogorie is zelfdoding (15%), na kanker (34%), de belangrijkste doodsoorzaak.

Over suïcide gedrag en suïcide bestaan nog steeds veel vooroordelen:

  • mensen die erover praten, doen het meestal niet
  • zelfmoord is een ziekte
  • mensen die het echt willen doen, doen het meteen goed
  • mensen die het echt willen, kan je niet tegen houden
  • mensen die suïcidepogingen doen, willen proberen vooral aandacht te trekken
  • zelfmoord gebeurt impulsief

 

Bronnen:

  • www.Zelfmoordpreventie.be/zelfmoord/cijfers.html, het centrum ter preventie van zelfmoord
  • http://nl.wikipedia.org/wiki/Suicide
  • http://www.maatschappelijkwerk.com/links/index.php?cat=34
  • http://users.skynet.be/oase/suicide1.html